Kindgericht onderwijs kan op allerlei manieren vorm krijgen. Het gemeenschappelijke is wel steeds dat de ontwikkeling van de mogelijkheden van alle leerlingen het uitgangspunt is. Vanuit de kindgerichte principes bouwt iedere school het eigen onderwijs op. Dit artikel beschrijft tien bouwstenen van kindgericht onderwijs.
1. Elk kind is uniek
Neem de kwaliteiten en ontwikkelingsbehoeften van het kind als uitgangspunt bij de inrichting van het onderwijs. Elk kind is uniek en heeft dus feitelijk ook een eigen, unieke ontwikkelingsroute nodig. Erken de leerlingen in hun eigenheid en specifieke kwaliteiten, dan zullen zij zich harmonieuzer ontwikkelen dan wanneer er op dat vlak allerlei frustraties zijn.
2. Stel de persoonsontwikkeling centraal
Richt je allereerst op de persoonsontwikkeling van de kinderen. Zorg ervoor dat ze zich kunnen ontwikkelen tot autonome en verantwoordelijke personen. Zij kunnen dan hun plek innemen in de maatschappij en daarbij de verantwoordelijkheid nemen die op hun pad komt. Bij deze persoonsontwikkeling neemt de ontwikkeling van een moreel kompas een centrale rol in. Leven is kiezen en keuzes maak je met je morele kompas.
De persoonsontwikkeling hangt sterk samen met de mate waarin de omgeving het mogelijk maakt om verantwoordelijk te zijn. Je speelt daarin als leraar met je opvattingen hierin dus een belangrijke rol en deze rol is niet door een computer te vervangen. De zaken waar het echt om gaat in het onderwijs, zijn van alle tijden en zijn niet te vervangen door computers of andere technische middelen.
"Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen tot autonome en verantwoordelijke perso​nen."
3. Stimuleer de metacognitieve vaardigheden
Stimuleer de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden. Deze vaardigheden hebben betrekking op het evalueren van de eigen prestaties en het bewust omgaan met sociale situaties. De 21e-eeuwse vaardigheden impliceren feitelijk de metacognitieve vaardigheden of zo je wilt de executieve vaardigheden. Het gaat er in ieder geval om dat je naast cognitieve doelen aandacht hebt voor doelen op het vlak van de vaardigheden en de persoonlijkheid. Mensen zijn sociale wezens en het belang van samenwerken en functioneren in relaties met anderen is van alle tijden.
21e-eeuwse vaardigheden en pedagogiek
Feitelijk is de huidige aandacht voor 21e-eeuwse vaardigheden een roep om meer pedagogiek in het onderwijs. Dat sluit mooi aan op de beweging tegen de eenzijdige focus op harde meetbare resultaten. Het is ook in lijn met de roep om meer ‘bildung’ in het onderwijs en de aandacht die Gert Biesta vraagt voor ‘persoonsvorming’.
"De aandacht voor 21e-eeuwse vaardigheden is een roep om meer pedagogiek in het onderwijs."
4. Ondersteun de competentiebeleving
Zorg ervoor dat kinderen zich competent voelen bij het verwerven van kennis, houding en vaardigheden. Dat kan door het subtiele spel van ondersteunen en uitdagen, gericht op de pedagogische basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Competentie slaat ook op het aansluiten bij de al verworven competenties en dat is inclusief de leefwereld, de ervaringen en de voorkennis van de leerlingen. Dat raakt daardoor ook aan trots en zelfvertrouwen.
Wanneer een kind telkens vergeleken wordt met anderen die sneller en beter zijn, blokkeert de competentiebeleving. Waardeer elk kind naar de eigen mogelijkheden en niet naar die van een ander of van een ‘gemiddeld kind’. Ook al stem je de aanpak op de mogelijkheden van het kind af, het blokkerende stigma is voor zowel het kind als de omstanders duidelijk. En dat knaagt aan de competentiebeleving van het betreffende kind.
Het beoordelen van een leerling op het eigen leerproces heet formatieve evaluatie, gericht op het proces en op de volgende leerstappen. Dat staat tegenover summatieve evaluatie, wat genormeerd is en vandaaruit gaat differentiëren.
5. Maak leerlingen eigenaar van het eigen leerproces
Zorg ervoor dat de leerlingen eigenaar zijn van hun eigen leerproces. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen stijgt met sprongen. Maak het leren zichtbaar door de leerstappen inzichtelijk te maken en samen met de leerlingen bij te houden welke vorderingen zij maken. Zichtbaar lerende leerlingen zijn gelukkige leerlingen!
6. Zorg voor een ononderbroken ontwikkeling
Richt het onderwijs zo in dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Laat de ontwikkeling van het kind niet gehinderd worden door structuren of blokkades van het systeem. In het eerste deel van deze artikelenserie wordt op deze blokkades ingegaan.
Dat leerlingen een ononderbroken ontwikkeling doormaken en een doorlopend ontwikkelingsproces moeten hebben, staat sinds 1985 als eis in de wet vastgelegd. Als een kind toe is aan volgende ontwikkelingsstappen of -fasen, dan moet de leeromgeving deze stappen faciliteren. En minstens zo belangrijk is het dat leerlingen die er nog niet aan toe zijn, niet middels het leerstofjaarklassensysteem ‘gedwongen’ moeten worden door te gaan zonder de benodigde voorkennis.
Welke werkwijzen faciliteren je doelen?
In het vorige artikel werd al betoogd dat het leerstofjaarklassensysteem geen goede structuur is om het leren van 21e-eeuwse vaardigheden te ondersteunen. Maar welke werkwijzen en organisatiemodellen zijn wel geschikt om te kunnen werken aan bijvoorbeeld zelfregulering, creatief denken, probleem oplossen en samenwerken? Hieronder volgen enkele werkwijzen die de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden kunnen faciliteren.
7. Gebruik gepersonaliseerd leren
Zet gepersonaliseerd leren in om kindgericht onderwijs vorm te geven. Bij gepersonaliseerd leren is sprake van leertrajecten die qua inhoud en tempo zijn afgestemd op het individu en waarbij de leerling invloed heeft op de vormgeving van het leerproces. Daarbij houd je als leerling en leraar rekening met datgene wat de leerling al kan, kent en wil. Eigenaarschap over het eigen leerproces is hierbij van cruciaal belang.
Het werken met een digitaal oefensysteem kan onderdeel zijn van gepersonaliseerd leren. De werkwijze van een dergelijk oefensysteem is daarbij wel van belang. Het moet niet zo zijn dat het adaptieve, digitale systeem helemaal voor de leerling gaat bepalen wat de volgende leerstap is, zonder dat de leerling dit mee kan beleven en/of daar een rol in heeft. Dan is er van regie en eigenaarschap bij de leerling geen sprake meer.
De leerlingen leren bij gepersonaliseerd leren zeker niet (alleen) individueel. Interactie en communicatie met andere leerlingen blijven essentieel. De leerdoelen zijn bijvoorbeeld het resultaat van afstemming tussen de leerling en diens begeleider. Een ander aspect bij het samen leren is ‘social learning’. Hierbij leren leerlingen gezamenlijk binnen een digitale leeromgeving, bijvoorbeeld in de vorm van een leerzaam spel, het zogenaamde gamification.
Over eigenaarschap en keuzevrijheid van leerlingen valt overigens zeker het een en ander te zeggen. Het is namelijk zo dat er op het vlak van zelfsturing grote verschillen zijn tussen de leerlingen. Dit vraagt dus om een zorgvuldige begeleiding. Het is ook niet zo dat meer keuzevrijheid in alle gevallen leidt tot betere prestaties of een hoger welbevinden. In een volgend artikel zal hier dieper op in worden gegaan.
"Het gaat erom dat er naast cognitieve doelen aandacht is voor doelen op het vlak van ​de vaardigheden en de persoonlijkheid."
8. Maak gebruik van coöperatief leren
Geef samenwerkend leren een structurele plek in het onderwijs. Of je nu wel of niet met gepersonaliseerd leren werkt, groepswerk is een belangrijke manier om zowel om te gaan met verschillen als gebruik te maken van verschillen. Wanneer de ene leerling iets uitlegt aan de andere leerling, kan dat voor beiden zowel leerzaam als motiverend zijn.
Belangrijke aspecten bij samenwerkend leren zijn de positieve wederzijdse afhankelijkheid in combinatie met de individuele verantwoordelijkheid van de leerlingen. Tenminste, als groepswerk niet als ‘maniertje’ gebruikt wordt, maar ingebed is in de totale onderwijsvisie en onder andere ten dienste staat aan het ontwikkelen van executieve vaardigheden. Het type opdracht dat voor groepswerk ingezet wordt moet betekenisvol zijn doordat het voldoende rijk en open is en het resultaat een vervolg krijgt. Bij groepswerk is veel ruimte voor directe interactie en daardoor worden in die context de samenwerkingsvaardigheden geoefend.
"Interactie en communicatie met andere leerlingen is bij alle vakken essen​tieel."
9. Laat leerlingen onderzoekend leren
Laat kinderen regelmatig en structureel onderzoekend leren. Het samenwerken aan projecten is een mooie manier om groepswerk vorm te geven. Dit is tevens een manier om onderzoekend leren in de praktijk handen en voeten te geven.
Bij onderzoekend leren wordt projectmatig of thematisch gewerkt. Nieuwe kennis en inzichten worden op deze manier in de context ontdekt en onthouden. Hierdoor leren kinderen verbanden zien en onthouden zij de opgedane kennis beter. Dit gaat echter niet vanzelf en er zijn grote verschillen tussen de kinderen als het bijvoorbeeld gaat om analytisch en reflectief denken. Zorg er dus voor dat je onderzoekend leren op een weloverwogen manier inzet.
10. Leer kinderen werken met een portfolio
Laat kinderen werken met een portfolio om hun eigenaarschap van het leerproces handen en voeten te geven. Ook dit vraagt inbedding in een totaalvisie waarbij de nadruk ligt op het leerproces en niet op ‘goede antwoorden’. De werkvorm is niet de kern. Het werken met een portfolio vraagt om een goede opbouw en implementatie qua leerlingvaardigheden.
Een leerling houdt het portfolio zelf bij en krijgt daardoor inzicht in de eigen ontwikkeling. Kinderen leren hierdoor op zichzelf te reflecteren. Belangrijk is dat zij vergeleken worden met hun eigen ontwikkeling en mogelijkheden. Een volgende leerstap moet door de leerlingen zelf herkend worden als een volgende stap, op basis van samen afgesproken criteria.
Een portfolio kan een map zijn waarin allerlei teksten en werkstukken bewaard worden. Er zijn echter inmiddels ook digitale portfolio’s beschikbaar. Het werken met portfolio’s vereist ook portfoliogesprekken waarin leraar en leerling, vaak samen met ouders de ontwikkeling bespreken en vooruitblikken naar de te leren kennis, houding en vaardigheden.
"Met een portfolio leren kinderen reflecteren op hun zelf​ ervaren ontwikkeling."